Noodverlichting

De eigenaar /gebruiker van een gebouw is primair verantwoordelijk voor de mensen die zich in het gebouw bevinden. Met een noodverlichtingsinstallatie kan de veiligheid van de aanwezige mensen gewaarborgd worden.

Noodverlichting neemt in onze samenleving een zeer belangrijke plaats in met betrekking tot het veilig kunnen verlaten van gebouwen bij calamiteiten en het wegvallen van de elektrische voedingsvoorzieningen. Vaak denkt men hierbij alleen aan het veilig vluchten bij brand. Pas wanneer brand resulteert in spanningsuitval kan noodverlichting een levensreddende oplossing bieden. Noodverlichting dient om mensen in staat te stellen veilig een gebouw te verlaten wanneer netspanning uitvalt, ongeacht de oorzaak.

Het vergroten van de veiligheid geldt niet alleen voor de aanleg van een noodverlichting maar zeker ook voor de verplichte inspectie en het noodzakelijke onderhoud ervan. Immers een installatie moet vele jaren betrouwbaar zijn werk doen tijdens de levensloop van het gebouw.

Om de goede werking van de noodverlichtingsinstallatie te waarborgen moet ten minste eenmaal per jaar een functionele inspectie en adequaat onderhoud plaatsvinden. Deze omvat zowel een visuele inspectie als het testen van de installatie. De regelgeving schrijft dat ook voor. Zowel in het Bouwbesluit 2012, het Gebruiksbesluit 2008 en de Arbowet worden de eisen beschreven van een goede noodverlichtingsinstallatie en het onderhoud hiervan.

Uitgangspunt voor het onderhoud is, dat de componenten, naar redelijkheid, minimaal nog één jaar de vereiste prestaties moeten kunnen leveren.

VeiligVastgoed hanteert de ISSO-publicatie 79 (herziene versie 2010) als adequate methode voor het uitvoeren van inspectie en onderhoud.

Preventief onderhoud voorkomt hoge herstelkosten!